Gedichtanalyse

 1. De Moeder - Hugo Claus

Ik ben niet, ik ben niet dan in uw aarde.              --- Repetitio van ‘ik ben niet’
Toen gij schreeuwde en uw vel beefde                --- Enjambement + personificatie
Vatten mijn beenderen vuur.

(Mijn moeder, gevangen in haar vel, 
Verandert naar de maat der jaren.

Haar oog is licht, ontsnapt aan de drift                  --- enjambement
Der jaren door mij aan te zien en mij                     --- enjambement
Haar blijde zoon te noemen.

Zij was geen stenen bed, geen dierenkoorts, 
Haar gewrichten waren jonge katten,

Maar onvergeeflijk blijft mijn huid voor haar 
En onbeweeglijk zijn de krekels in mijn stem. 
'Je bent mij ontgroeid,' zegt zij traag mijn            --- alliteratie
Vaders voeten wassend, en zij zwijgt                   --- alliteratie
als een vrouw zonder mond.)

Toen uw vel schreeuwde vatten mijn beenderen vuur.
Gij legde mij neder, nooit kan ik dit beeld herdragen,
Ik was de genode maar de dodende gast.          --- Paradox + herhaling van de klank ‘o’ = assonantie

En nu, later, mannelijk word ik u vreemd. 
Gij ziet mij naar u komen, gij denkt: 'Hij is 
De zomer, hij maakt mijn vlees en houdt            --- enjambement (focus op de ‘houdt’, dubbele   betekenis: nl houden als liefhebben, houden als een toestand hetzelfde laten blijven)
De honden in mij wakker.'

Terwijl gij elke dag te sterven staat, niet met mij            --- enjambement
Samen, ben ik niet, ben ik niet dan in uw aarde.                             --- Repetitio van ‘ben ik niet’
In mij vergaat uw leven wentelend, gij keert                    --- enjambement
Niet naar mij terug. Van u herstel ik niet.                            --- (terwijl oorspronkelijk gesuggereerd werd dat de moeder niet herstelde van de zoon, dat het leven geven aan hem, haar leven en lichaam veranderd hebben)



Bespreking:
Het gedicht gaat over de moeder van Claus zelf. Toen de baby Hugo geboren werd, huilde hij veel. De verpleegsters noemden hem “Het Verdriet van België”, de naam die hij later aan zijn bekendste roman zou geven. De baby had zich ook in de baarmoeder gekeerd: hij wou niet geboren worden.
Wat direct opvalt aan dit gedicht, is de rauwheid van de beschreven beelden, dat is hetgene dat het langst blijft hangen, zoals Claus bijvoorbeeld de geboorte beschrijft:
Toen uw vel schreeuwde vatten mijn beenderen vuur.
Gij legde mij neder, nooit kan ik dit beeld herdragen,
Ik was de genode maar de dodende gast.”
Het feit dat zijn moeder hem het leven schenkt, heeft ook invloed op haar bestaan. Door de bevalling wordt haar lichaam aangetast. Ook deze zin:
“Maar onvergeeflijk blijft mijn huid voor haar”
wijst op het feit dat haar lichaam is aangetast, alsof het Hugo’s schuld is dat haar lichaam is aangetast en zij kan hem dat niet vergeven.
Beelden zoals deze over zijn geboorte zijn natuurlijk heel persoonlijk. Claus stelt zijn ziel en zijn herinneringen als het ware open voor zijn lezers.
Toch verwerkt Claus enkele ‘mooiere’ beelden in zijn werk. Zo wordt het leed dat het leven met zich meebrengt, van geboorte tot dood, volgens hem, verhult door de liefde tussen moeder en zoon:
Haar oog is licht, ontsnapt aan de drift 
Der jaren door mij aan te zien en mij
Haar blijde zoon te noemen.” 
Deze liefde wordt ook duidelijk uit het volgende beeld:
“Gij ziet mij naar u komen, gij denkt: 'Hij is 
De zomer, hij maakt mijn vlees en houdt
De honden in mij wakker.’”
Hiermee lijkt Claus te bedoelen dat zijn moeder blijft leven omwille van hem, in ieder geval houdt haar liefde voor hem haar op de been.

Uit al het voorgaande komt een vreemde tegenstelling in dit gedicht tevoorschijn, namelijk: uit de rauwheid van de beelden en de vervorming van het lichaam van de moeder en het onvergeefelijke daarvan, zou je kunnen denken dat Hugo helemaal niet geliefd was bij zijn moeder. Maar wat we daarna vertellen, dat de moeder hem ‘haar blijde zoon’ noemt, lijkt dan toch op de liefde van de moeder te wijzen. De emoties in dit gedicht zijn dus heel contrasterend: nu eens klinken ze hard en vol leed, dan weer vrolijk en liefdevol.
Uit deze strofe wordt nog iets duidelijk: doorheen het gedicht roept Claus beelden op van zijn moeder die steeds ouder wordt. ‘haar oog is licht’ verwijst naar de ogen van oude mensen die pigment lijken te verliezen en soms bijna ‘doorzichtig’ lijken. Het feit dat zijn moeder oud wordt, is van belang voor de gebeurtenissen in de laatste strofe.

De laatste strofe is sterk qua beeldspraak. De vrouw ‘staat elke dag te sterven’, maar zonder de dichter zelf. Hij is op die manier niet in haar aarde, dus niet aanwezig in haar wereld. De vrouw, de moeder is niet meer bij de dichter, wentelend, zoals haar wereld, neemt ze meer en meer afstand, want ze is aan het sterven: ze keert niet meer naar hem terug en van de pijn die haar dood meebrengt zal hij nooit herstellen.
“Terwijl gij elke dag te sterven staat, niet met mij
Samen, ben ik niet, ben ik niet dan in uw aarde.
In mij vergaat uw leven wentelend, gij keert 
Niet naar mij terug. Van u herstel ik niet.”

Dit gedicht is duidelijk afkomstig uit de literaire stroming van de Vijftigers. Daar zijn enkele duidelijke aanwijzingen voor:
-  Afwezigheid van enige vorm van rijm (eindrijm, meer specifiek);
-  Het veelvuldig weglaten van interpunctie zoals punten en ook het toevoegen van hoofdletters waardoor niet duidelijk is waar sommige regels/zinnen eindigen of beginnen, kijk maar naar dit voorbeeld uit de laatste strofe;
Terwijl gij elke dag te sterven staat, niet met mij
Samen, ben ik niet, ben ik niet dan in uw aarde.”
-  Ook zien we dat de regels van onregelmatige lengte zijn en dat bij de lengte van de strofes ook geen rekening wordt gehouden met structuur.
-  De beelden die doorheen het gedicht opgeroepen worden zoals de geboorte of het ouder worden van zijn moeder zijn voor lezers moeilijk begrijpelijk omdat ze zo uniek en persoonlijk zijn. Een ander voorbeeld van deze vreemde beelden is:
‘en zij zwijgt
als een vrouw zonder mond.”
deze vergelijking is enorm bizar. Hoezo kunnen alleen mensen zonder mond zwijgen? Het onverklaarbare ervan en het beeld dat dit voor je geestesoog oproept is typisch voor de Vijftigers en draagt, voor mij persoonlijk, enorm bij tot de pracht van het gedicht. Maar dat is zeker geen algemeen geldende mening.

Op het vlak van stijlfiguren zijn er in dit gedicht toch enkele die we kunnen aanwijzen. Zo schaamt Claus zich niet voor een beetje metafoorgebruik. Kijk maar naar de volgende strofe:
“Zij was geen stenen bed, geen dierenkoorts, 
Haar gewrichten waren jonge katten,” – Betekenend dat zijn moeder een warme, actieve persoon was.
of
“Maar onvergeeflijk blijft mijn huid voor haar 
En onbeweeglijk zijn de krekels in mijn stem.”
 – Hij kan geen geluid voortbrengen, net zoals de onbeweeglijke krekels in zijn keel. Zijn moeder doorbreekt dan maar de stilte door te zeggen dat ze elkaar ontgroeid zijn, daarop volgt terug stilte, terwijl zijn moeder vaders voeten wast.

Afbeelding:

Ik vond niet echt een passende afbeelding om dat waar de beschreven beelden uit het gedicht mij aan doen denken, af te beelden. Daarom heb ik deze foto van een peinzende Hugo Claus gekozen. Ik denk dat deze afbeelding in zekere mate de ingetogenheid van het gedicht wel goed weerspiegelt.



2. Ave Maria! - Willem Kloos

Ik droomde van een kálmen, bláuwen nacht:
De matte maan lag laag in mistig glimmen -                        --- klankassonantie ‘a’, alliteraties
Maar hóóg scheen van de schemerende kimmen
Der klare starren wolkenlooze wacht.                                  --- alliteratie, enjambement

Toen, tusschen maan en starren, rees Zij zacht -                             --- alliteratie
Mij zoeter dan de Muze! - en scheen een schimme,
Wijl 'k om haar hoofd als diademen klimmen                                   
En dalen zag der starren gouden pracht.                             --- enjambement

O liefste Mijne! éer ik een gróete vond -
Ave Maria! ruischte 't door mijn ziele,
En heel mijn ziele ruischte U toe - één zucht... --- enjambement, chiasme

Totdat op eenmaal door de stille lucht
Al die millioenen gouden droppels vielen,                          --- enjambement
En Ge als een heilige in die glorie stondt...


Bespreking:

Dit gedicht van Kloos vertelt een van zijn dromen. Hij vertelt hoe hij 's nachts heel hoog en bij heldere hemel de sterren kan zien terwijl de maan lager in een mist gehuld is. Hij ziet dan iets of iemand rijzen tussen de maan en de sterren, een schim die hem prachtig toeschijnt. Zijn ziel ruist om haar pracht en zoetheid. Plots vallen vanuit de hemel miljoenen gouden druppels en hij staat in zijn droom in het midden van die regen en hij voelt een zekere glorie door zich heen trekken.

Kloos was een dichter uit de periode van de Tachtigers. Deze stroming binnen de poëzie liep gelijk met de opkomst van het impressionisme en was gekant tegen de voorafgaande kunststroming en in het algemeen: de maatschappij. We kunnen het gedicht dan ook vergelijken met een impressionistisch werk. De dichter creëert als het ware een beeld, een droom in dit geval, een impressie van de realiteit. Het beeld dat hij schept is heel persoonlijk en emotioneel geladen en is ook uniek aan het moment waarop men het beeld ziet of meemaakt:
Toen, tusschen maan en starren, rees Zij zacht - 
Mij zoeter dan de Muze!
 Hij vertelt dat ze 'zacht' rijst, dat is een persoonlijke indruk. Ook is ze voor hem, persoonlijk, 'zoeter dan de Muze'.

Het rijmschema van het gedicht is ook redelijk opmerkelijk: voor de eerste twee strofes van het gedicht maakt Kloos gebruik van een ABBA-structuur of omarmende rijm. In de twee laatste strofes maakt hij gebruik van een CDE - EDC structuur die over de twee strofes heen loopt. Dit lijkt op zich vreemd, maar is in feite gewoon een andere vorm van het omarmend rijm.

Afbeelding:


Als afbeelding heb ik voor dit werk van Van Gogh gekozen omdat het mij in een zekere mate doet denken aan het beeld dat Kloos schept in zijn gedicht: de sterren zijn zichtbaar, de nacht is blauw en de gouden schijn op het water doet mij denken aan de gouden druppels. Daarom vond ik het zeker een geschikte afbeelding. Bovendien is het een mooi schilderij.

3. De Voorteekenen - Hendrik Marsman


Soms was zij heel den dag met zichzelve alleen.

langzaam boog zij zich dan af naar den wand

en zij verdween in onzichtbare verten; hij bleef alleen                                --- enjambement

achter, wachtende of zij wel keeren zou uit dat land.                                   --- enjambement



later keerde zij dan, maar zij was zoo doordrenkt

door vijandige geuren en vreemde, geheimzinnige glanzen,                    --- enjambement + alliteratie

dat hij zich door haar kussen verraden vond, en zich, gekrenkt

door de teederheid van haar machteloos en vermoeid erbarmen          --- enjambement

langzaam uit den angst van haar tengere armen bevrijden moest.         --- enjambement


Bespreking:
Marsman vertelt in dit gedicht over een eenzame vrouw en haar man. Hij vertelt dat de vrouw de man soms achterlaat en dan naar een ander oord trekt terwijl hij wacht of zij wel zal terugkeren. Wanneer ze dan uiteindelijk terugkeert is ze zo doordrongen van vreemde geuren en gedragingen dat hij zich door haar verraden voelt en hoewel ze angstig is, waarom is onduidelijk, maakt hij zich los uit haar omhelzing omdat hij zich erdoor verraden voelt.
Symbolisch betekent dit volgens mij dat de liefde tussen de man en vrouw misschien verdwenen is en dat ze daarom andere oorden opzoekt of zich in zichzelf terugtrekt en dat ze dan, wanneer ze tot het besef is gekomen dat ze nergens anders vindt wat ze zoekt en dat ze angstig is voor de eenzaamheid die zonder zijn aanwezigheid zou kunnen voorkomen, naar hem terugkeert in een opwelling van liefde die daarna weer zal vervagen met dezelfde gevolgen. In die context zouden de 'voorteekenen' kunnen zijn dat haar terugkeer naar hem een voorteken is voor haar volgende vertrek.

Marsman na-oorlogs werk behoorde tot de vitalistische stijl. Daarvan schemert in dit gedicht niet zoveel door. Opvallender is het zich afzetten van de stijl van de Tachtigers en hun schoonheidsidealen (de Groote Oorlog had de dromen kapotgemaakt). Zo zien we in dit gedicht niet meer het geïdealiseerde beeld maar een hevigere, rauwere emotie die de bovenhand komt spelen: de liefde, de machteloosheid, de jaloezie.
later keerde zij dan, maar zij was zoo doordrenkt

door vijandige geuren en vreemde, geheimzinnige glanzen,
dat hij zich door haar kussen verraden vond, en zich, gekrenkt
In dit gedicht maakt Marsman gebruik van het gekruist rijm. De structuur van het hele gedicht is als volgt: ABAB CDCDE, waarbij het laatste vers er een beetje verloren bijloopt.

Afbeelding:



Bij dit gedicht van Marsman heb ik voor deze afbeelding gekozen. Ik vind dat deze afbeelding het gedrag en de emoties van de vrouw goed uitbeeld. Niet alleen wordt er een fantastische afbeelding getoond waar de vrouw in leeft, wat we gelijk zouden kunnen stellen aan haar eigen fantasie waar ze zich in terugtrekt, ook rijkt haar hand naar de hemel (en de grote stenen arm naar de boog, maar hij kan er net niet bij) alsof ze nog iets mist en ergens naar verlangt. De vogels die in de lucht in een spiraalvorm vliegen representeren in mijn ogen de herhaling van het gedicht wanneer de 'verraderlijke' vrouw steeds weer terugkeert naar haar man.

4. Opdracht - Dimitri Verhulst


De vensters behangen met langdurige landschappen,                 --- alliteratie
een zak met slanke handen aan een meisje voeren
van achter de tralies die mijn vingers zijn.                                          --- enjambement

Een ooggetuige van het zwart uithoren
op de hoek van twee nachten                                                                 --- enjambement
en geduldig wachten                                                                                   --- enjambement
tot de schaduw uit de bomen valt.                                                        --- enjambement

Mijn ogen wegens verbouwing sluiten
en haarfijn dromen                                                                                      --- enjambement
dat ik een ver verwant werd van mijzelf.                                           --- alliteratie                     

Van mijn verveling grote vliegers vouwen,                                        --- alliteratie

van de vissen de schaliedekker zijn                                                       --- enjambement
en van de mens de mens.                                                                         --- enjembement

Een steentje in de diepte van mijn droefheid gooien
en tellen tot ik de tel kwijt ben.                                                                              --- enjambement
En herbeginnen.

Bespreking:
De betekenis van dit gedicht kan ik niet zo makkelijk vatten. Toch vind ik het een mooi gedicht omwille van de beelden die erin worden opgeroepen. Als ik dan toch een gok zou moeten wagen naar de betekenis van deze woorden van Dimitri Verhulst, dan zou ik zeggen dat hij in dit gedicht de mateloze verveling, die hij in het leven ervaart, wilt verwoorden. Ook de eindeloos diepe droefenis die in zijn binnenste zit omdat niets wat hij onderneemt van enig nut blijkt te zijn: 
Een steentje in de diepte van mijn droefheid gooien
en tellen tot ik de tel kwijt ben.                                                                         
En herbeginnen.

Dimitri Verhulst staat erom bekend in zijn werken een zekere toon van zwartgalligheid, melancholie of zelfs depressie te handhaven. Dat is in dit werk niet minder waar.

Er zit geen enkele vorm van rijm in dit gedicht.

Afbeelding: 



Voor dit gedicht koos ik als afbeelding deze foto, getiteld 'Irène Scene' van Erwin Olaf. Deze afbeelding toont een vrouw, verzonken in gedachten in een sobere omgeving. Ik vind dat deze afbeelding zeer goed het melancholische, misschien wel het depressieve, van Verhulsts gedicht toont. Bovendien is het gewoon een heel mooie foto.

5. Het Huwelijk - Willem Elsschot


Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,                                  --- enjambement
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.                                            --- enjambement

Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,                                               --- enjambement
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.                            --- enjambement
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.

Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen                                    --- enjambement
tot bij een ander lief in enig ander land.                                                                             --- enjambement

Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad                      --- alliteratie
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,                                          --- enjambement
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,                                                             --- enjambement
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.

Bespreking:
Willem Elsschot beschrijft in dit gedicht het huwelijk tussen man en vrouw, wanneer de liefde vervaagt is. Elsschot doet dit op een heel rauwe en, als we het zo zouden kunnen noemen, afgrijselijke manier. Hij maakt korte metten met het idyllische beeld dat men heeft van het huwelijk. Volgens hem ervaart men wanneer de liefde vervaagt is een afkeer wanneer de andere persoon niet meer begeerlijk is voor jou. Dit is wat de man in dit gedicht voelt. Het gaat zelf zo ver dat de man eraan denkt zijn vrouw te vermoorden en haar achter te laten:
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land. 

maar er zijn enkele zaken die hem ervan weerhouden:
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad                  
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,                                      
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
De wetten zijn vanzelfsprekend de wetten die hem verbieden een moord te plegen, de praktische bezwaren zijn de twijfels die hij voelt en de zaken die hij zich afvraagt, zoals 'Hoe vermoord ik haar?', 'Waar moet ik daarna heen?', 'Wie zal er voor mij koken?', ... en ten slotte is er de weemoedigheid die niemand kan verklaren: diep in zijn binnenste koestert de man toch nog enige zachte liefde voor de vrouw, hij heeft haar toch ooit erg liefgehad.

De droom van de man gaat niet in vervulling en door de jaren heen wordt hij steeds verbitterder. God vergeet de man en de man vergeet God.

In dit gedicht maakt Willem Elsschot gebruik van het omarmend rijm zoals we al eerder zagen bij 'Ave Maria!' van Willem Kloos. Elke strofe is dus opgebouwd volgens de ABBA-structuur, waarbij de A en de B in elke strofe een andere eindrijm voorstellen.

Opmerkelijk om bij dit gedicht nog aan te halen is dat Elsschot bij het schrijven van dit gedicht blijk geeft van een heel ontwikkelde levensbeschouwing en een doorgedreven psychologisch inzicht hoewel nog maar 28 jaar oud was. Het gedicht is dan ook zeker en vast niet geïnspireerd op persoonlijke ervaringen.

Afbeelding:


Voor dit gedicht koos ik de bovenstaande afbeelding. Ik vond het moeilijk om een afbeelding te vinden die de relatie tussen de man en de vrouw goed weergeeft  en deze is misschien enigzins ongepast, maar hij toont in beperkte mate wel waar het gedicht om draait. We zien de man die weg wilt vluchten van de vrouw maar zij die hem tegenhoudt, hier met haar handen maar in het gedicht met de herinnering aan de liefde de ze vroeger voor elkaar hebben gevoeld.

_________________________________________________________________________________

Geen opmerkingen:

Een reactie posten